Quantcast
Channel: Wandelen – Geniet van Istanbul
Viewing all 229 articles
Browse latest View live

Inzamelaars van recyclebaar afval

$
0
0

recycle manFoto’s © Slawomira Kozieniec

Overal kom je ze tegen. Een grote afvalzak op een simpel karretje achter zich aan slepend. Meestal jonge mannen, maar ik heb ook meisjes en vrouwen dit werk zien doen, soms met een baby op hun rug.

Ze graaien in containers naar allerlei soorten recyclebaar afval: glas, papier, hout, metaal, plastic, blik. Elke dag. Zon of regen. Ruim 500.000 in heel Turkije. Voor 30 eurocent per kilo oud papier.

Niemand kijkt hen aan of zegt merhaba (goedendag). Hun positie lijkt op die van paria’s, de onaanraakbaren in India, die lager zijn dan de laagsten in het kastensysteem en die het smerigste en slechtst betaalde werk moeten doen. Zelfs straathonden zijn onaardig tegen hen. Om een of andere reden gaan ze altijd boos blaffen tegen de inzamelaars en jagen hen de buurt uit.

Deze straatwerkers, die vaak armoede en geweld in het oosten en zuidoosten van Turkije zijn ontvlucht, werken keihard om een schamel inkomen bij elkaar te graaien. Zeven dagen per week, twaalf uur per dag struinen ze de straten af op zoek naar afval voor hergebruik. Wanneer er echt niets meer in hun enorme afvalzak gepropt kan worden, sleuren ze hun afval naar een centraal verzamelpunt waar ze per kilo betaald worden.

In de meeste wijken van Istanbul gaat afvalscheiding nog op deze manier, hoewel er ook langzaamaan meer buurten zijn waar glascontainers verschijnen en textielcontainers voor tweedehands kleding.

Tot 1953 werd veel afval in de Bosporus, in het water van de Gouden Hoorn en in ander water gedumpt. In dat jaar kwam er een nieuwe wet die dat verbood, maar tot de jaren ’90 was er niemand die overtreders bestrafte. In 1994 was er in de wijk Ümraniye een methaanexplosie in een illegale vuilstortplaats waarbij 37 mensen om het leven kwamen.

Sindsdien wordt er veel scherper toegezien op het ophalen en op een meer milieuvriendelijke manier verwerken van afval. Er is vooruitgang geboekt, maar er is nog heel veel te doen.

Tot die tijd zullen we veel van de ongeveer 200.000 inzamelaars van recyclebaar afval op straat in Istanbul zien.

Groet hen of knik hen vriendelijk toe, want ze doen heel belangrijk en heel zwaar werk.

Meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn wandelgids hier:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

 


Sjouwers, de pakezels van de bazaar

$
0
0

Hamal (sjouwer). Foto: Slawomira Kozieniec

Foto’s © Slawomira Kozieniec

Wie in de wijk van de Overdekte Bazaar en de Kruidenbazaar loopt, komt ze ongetwijfeld tegen, de menselijke pakezels met allerlei soorten vracht op hun rug.

Voorovergebogen, zuchtend onder hun last, sjokken ze door de straten, de hellingen op, en ook de trappen op in de groothandelshuizen ‘Hans’ waar ze de goederen afleveren. Die variëren van opgerolde tapijten tot koelkasten, en van dozen met onderdelen van fietsen tot meubels.

Ze zijn straatarm en werken in vaste groepjes, meestal opgedeeld naar de streek waar ze vandaan komen. Ze hebben een voorman die al het geld int en aan het eind van de dag eerlijk onder de mannen verdeelt. Als er een door zijn rug gaat en geopereerd moet worden, gaan ze met de pet rond tot er genoeg geld is en wordt de chirurg contant betaald.

‘Hamal’ heet hun beroep; sjouwer, van het Arabische werkwoord ‘hamala’ (dragen). Het is het op een na oudste beroep in deze stad.

De zadels die ze op hun rug hebben, zijn door henzelf gemaakt. Ik heb veel respect voor deze mannen die nog steeds werken op een manier zoals dat al duizenden jaren wordt gedaan.

Romanschrijver Orhan Pamuk schrijft in zijn autobiografie ‘Istanbul. Herinneringen en de stad’ dat de sjouwers zijn verdwenen. Dat ze, net als andere opvallende fenomenen die de stad zijn eigen identiteit geven, zoals zwerfhonden, oldtimers, de harem, derwisjes, door de autoriteiten werden of worden verbannen in een poging de stad te moderniseren en westers te maken.

Het is duidelijk dat Pamuk al lang niet meer heeft gezworven door de straten in de buurt van de Grote Bazaar en de Kruidenbazaaar (dat kan ook niet meer sinds hij zo beroemd is geworden – en gehaat door veel Turkse nationalisten), want de menselijke pakezels zijn er nog steeds in grote getale te vinden.

Genieten van mijn Istanbul? Bestel dan hier mijn wandelgids:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Hamalzadel. Foto: Slawomira Kozieniec

Sahlep: warm Ottomaans orchideedrankje

$
0
0

Foto’s  ©  Slawomira Kozieniec

In Turkije drinken ze in de koude wintermaanden geen warme chocolademelk maar een andere warme melkdrank met de naam Sahlep.

Een exotisch drankje dat in de Ottomaanse tijd populair werd en nog steeds is in gebieden die vroeger tot het Ottomaanse rijk behoorden.

Net zoals veel woorden in het Ottomaanse Turks komt sahlep uit het Arabisch, van het woord saḥlab. Het romige drankje krijgt zijn bijzondere smaak en stevige consistentie van het poeder van de knolletjes van wilde orchideeën die door boeren en herders in het binnenland van Turkije worden geoogst. De naam van die orchidee is ‘Vossenkloten’.

 

Het poeder van de knolletjes is voedzaam en zetmeelrijk. Sahlep is een mengsel van dit poeder met melk die verwarmd wordt. Het wordt op veerboten, in restaurants en door straatventers geserveerd met een beetje kaneelpoeder.

Ook genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn wandelgids hier

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Taxi’s in Istanbul: do’s & don’ts

$
0
0

Foto © Slawomira Kozieniec

Ik heb heel veel aardige, hulpvaardige en vriendelijke taxichauffeurs meegemaakt van de bijna 18.000 die er in Istanbul zijn.

Laatst nog was ik in der haast, op weg naar het vliegveld, mijn rugzak vergeten in een taxi. Mijn paniek was snel voorbij toen een andere taxichauffeur zijn collega belde en hij mijn rugzak terugbracht naar de luchthaven.

Maar er zijn er ook nogal wat die de ‘yabancılar’ (vreemdelingen) op een oneerlijke manier geld afhandig willen maken.

Gisteren sprak ik met een Nederlandse die al voor de negende keer in Istanbul was, dit blogje vorige week nog had gelezen, en toch 80 lira werd afgetroggeld door de beruchte wisseltruc. Voor dit soort cowboys moet je dus op je hoede zijn.

Let op!

  1. Spreek nooit een prijs af (die is altijd te hoog), maar rijdt op de meter.
  2. De meter start standaard op 4 Turkse Lira. Tarief per km is 2,5 TL. Het minimum tarief voor een kort ritje is 10 TL. Houd de meter in de gaten, want sommige chauffeurs manipuleren de meter.
  3. Er bestaat geen nachttarief.
  4. Betaal altijd met Turkse Lira’s. Wie met Euro’s betaalt, wordt afgezet.
  5. Taxichauffeurs in Istanbul denken vrijwel allemaal dat ze Michael Schumacher zijn en dat ze net als deze Duitse autocoureur en 7-voudig wereldkampioen in een Formule-1 auto op een racebaan rijden. Ze rijden als gekken, maar maken weinig ongelukken, omdat de meeste andere weggebruikers ook zo rijden. Doe dus altijd je veiligheidsgordel aan, ook al kijkt de chauffeur je verongelijkt aan met een blik van ‘denk je dat ik niet kan rijden?’
  6. Zorg altijd voor voldoende kleingeld, biljetten van 5, 10, 20 Lira. Bij groot geld, proberen de taxichauffeurs vaak een wisseltruc toe te passen. Ze doen dan net of je een biljet van 5 Lira hebt gegeven in plaats van 50 TL. Of ze laten je ‘jouw’ biljet van 20 TL zien terwijl je net 100 TL had gegeven. Je moet sowieso bijbetalen, want jij kan niet meer bewijzen dat je 50 TL of 100 TL had gegeven.
  7. Open je portemonnee niet zittend naast de taxichaffeur. Ik heb van Nederlandse vrouwen gehoord, die met zijn vieren in de taxi zaten, dat de chauffeur Eurobiljetten uit de portemonnee van de betalende dame probeerde te halen.
  8. Stap resoluut uit als een chauffeur onbeschoft doet en noteer zijn kentekennummer. Geef dat door aan de balie van het hotel. Istanbul verdient goud aan het toerisme en het stadsbestuur is er heel veel aangelegen om het imago van een vriendelijke, gastvrije stad hoog te houden. Dus klachten indienen heeft, hopelijk, op den duur effect.
  9. Bereid je goed voor. Bestudeer de kaart van de stad en kijk waar je hotel ligt, zodat je een algemeen idee hebt hoe een taxi van A naar B moet en je niet wordt verrast door een chauffeur die je wil afzetten. En neem het visitekaartje van het hotel mee, zodat je het adres aan de chauffeur kunt laten zien, en hij eventueel – als hij het echt niet weet – even naar het hotel kan bellen. Op je smart phone kun je natuurlijk ook de beste route zien.
  10. Maak alleen gebruik van gele taxi’s die je zelf aanhoudt; laat je niet meevoeren door een vreemde die je naar een taxi meeneemt. Meestal is het ook veilig de receptie van je hotel te vragen een taxi voor je te bellen.
  11. Download de app BİTAKSİ op je smart phone. Hij laat je zien waar de dichtstbijzijnde geregistreerde taxi is. Ook de naam van de taxichauffeur wordt zichtbaar. Makkelijk voor het geval je een klacht over hem hebt.

Klachtenlijn

Wie klachten heeft over een taxichauffeur kan de klachten hotline bellen:

444-15-23 of 325-15-15

Wil je genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn Wandelgids hier. Ook leuk om kado te geven!

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

Gepofte kastanjes als snack op straat

$
0
0

Geroosterde kastanjes als snack op straat. Foto: Slawomira Kozieniec

Foto’s © Slawomira Kozieniec

Eerst is er van een afstand de rook. Dichterbij ruik je iets dat je doet denken aan barbeque. Maar dit is anders. De geur heeft iets weg van geroosterd vlees, maar veel subtieler.

‘Kestane kebab!’ (geroosterde kastanjes) roept de straatverkoper. Met een kleine metalen grip legt hij de warme kastanjes een voor een naast elkaar. Met liefde voor zijn product en liefde voor esthetiek legt hij ze in een mooie vorm.

Voordat hij de vruchten op de warme plaat van zijn karretje legt, maakt hij een inkeping met een scherp mesje om te voorkomen dat ze tijdens het roosteren ‘ontploffen’. Het roosteren gebeurt in een pan-vormige metalen schaal met gaatjes erin als een vergiet. Daaronder is het onzichtbare houtskoolvuur dat de kastanjes verwarmt.

Er zijn veel kastanjeventers in Istanbul. In de populaire toeristische wijken als Sultanahmet en Taksim hebben ze een vergunning nodig en krijgen ze gestandaardiseerde rood-wit karretjes van de deelgemeenten.

In de meeste andere wijken maken werkloze mannen hun eigen karretjes om wat geld te verdienen met de populaire snack in de volkswijken van Istanbul.

De tamme kastanje werd geïntroduceerd in Europa vanuit Sardis, in Klein-Azië (westkust van Turkije, 70 km van Izmir). De vrucht heette toen de ‘Sardische kastanje’. Het was een paar duizend jaar een belangrijk deel van de voeding in Zuid-Europa, Turkije en Zuid-West- en Oost-Azië. Vooral in bergachtige mediterrane gebieden waar geen graan groeide.

Tot de introductie van de aardappel, hadden vele gemeenschappen die in bosrijke gebieden woonden en geen tarwe hadden, tamme kastanjes als hun belangrijkste bron van koolhydraten.

De populariteit van de kastanje is de laatste paar eeuwen afgenomen, deels te wijten aan hun reputatie als “voedsel voor arme mensen”.

Verse kastanjes hebben ongeveer 180 calorieën (800 kJ) per 100 gram. Dat is veel lager dan bij walnoten, amandelen, noten en gedroogd fruit (ongeveer 600 Kcal/100 g). Kastanjes bevatten geen cholesterol en heel weinig vet, vooral onverzadigd.  Ongeveer 8 procent bestaat uit verschillende suikers.

Ik hou van gepofte kastanjes. Als ik een venter met zijn karretje zie, maak ik altijd een praatje en koop een papieren zakje met warme kastanjes. De structuur is vergelijkbaar met die van een gepofte aardappel, met een delicate, zoete en nootachtige nasmaak.

Dit is goedkoop finger food. Ze worden verkocht in verschillende maten papieren zakjes van 100, 150 en 400 gram. En ze kosten 4, 5 of 10 Turkse Lira. Als je een portie gekocht hebt, zal de verkoper zal je ‘Afiyet olsun’! (smakelijk eten) wensen.

En last but not least: gepofte kastanjes zijn uitstekend voor mensen met een gluten allergie.

Ook genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan hier mijn wandelgids

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

Dolma’s in alle soorten en maten

$
0
0

Foto ©  Slawomira Kozieniec

Toeristen die voor het eerst in Turkije komen en wel eens in Griekenland zijn geweest, veronderstellen vaak dat de gevulde wijnbladeren ‘Dolma’s’ van origine Grieks zijn.

Gevulde groenten komen in alle Mediterrane landen voor, en ook in Oost-Europa, Rusland, de Balkanlanden, de Kaukasus, in Arabische landen, Iran en Centraal-Azië.

De origine is onduidelijk. Het woord dolma komt van het Turkse werkwoord doldurmak (vullen). Daarvan afgeleid is bijvoorbeeld het woord dolmuş, de collectieve taxibusjes die pas vertrekken wanneer ze helemaal gevuld zijn.

In Turkije is de benaming ‘zeytinyağlı yaprak dolması’ (opgerolde druivenbladeren met olijfolie).

Een dolma is niet alleen een snack of koud voorgerecht van met gekruide rijst gevulde druivenbladeren. Er zijn talrijke varianten. Ook bladeren van witte kool, boerenkool, kunnen gevuld worden, en groenten als uitgeholde aubergine, rode en groene paprika, worden gebruikt om ze te vullen. En ze heten allemaal dolma.

Dat geldt ook voor mosselschelpen die gevuld worden met gekruide rijst en daar bovenop een gekookte mossel. In het Turks ‘midiye dolma’. Het deksel van de mossel wordt gebruikt als lepel. Voor je de snack naar binnen werkt eerst even besprenkelen met vers citroensap. Erg populair na een avondje stappen en stevig drinken.

Meestal bestaat de vulling uit gekruid gehakt met olijfolie, fijngehakte ui, pijnappelpitten, krenten, dille en pepermuntblaadjes, of uit een vegetarische vulling met groenten, bulgur of rijst.

Eet smakelijk. Of op z’n Turks ‘afiyet olsun’.

Meer genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn wandelgids

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Grootste theedrinkers? Turken!

$
0
0

Niet in China (op nummer 20) noch in het Verenigd Koninkrijk (nummer 3) drinken mensen de meeste thee in de wereld, maar in Turkije. Niet minder dan 3,16 kg per persoon per jaar.

Thee maakt deel uit van de Turkse cultuur. Het aanbieden van een glas thee aan elke vreemdeling en alle gasten is een traditionele blijk van Turkse gastvrijheid. Zelfs in de meeste restaurants krijg je aan het eind van een maaltijd gratis thee.

Turken drinken de hele dag thee, elke dag, maar niet eeuwenlang, zoals de meeste mensen denken. Turkije maakte pas 140 jaar geleden kennis met de theecultuur en de teelt van thee.

De eerste thee werd in Turkije aangeplant in de noordoostelijke stad Artvin aan het eind van de jaren 1870. En de eerste stekjes werden uit China aangevoerd.

Rize, aan de Zwarte Zeekust is nu de hoofdstad van de omvangrijke Turkse theeproductie.

Tijdens het Ottomaanse Rijk dronken Turken vaak koffie. Ook tijdens het ontbijt. Het Turkse woord voor ontbijt ‘Kahvaltı’ maakt dat duidelijk. Het betekent namelijk letterlijk: ‘onder de koffie’.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de sultan de macht over alle Arabische gebieden verloor, waaronder Jemen waar de meeste koffiebonen vandaan kwamen, groeide de schaarste aan koffie en dat deed de prijs fors stijgen. Daarop schakelden de Turken over op hun eigen thee, die steeds meer in het Zwarte-Zeeregio werd geteeld.

Het Turkse woord voor thee is Çay, afgeleid van het Chinese woord voor thee, Chá.

Bijna alle Turken drinken zwarte, sterke thee, liefst zo heet mogelijk en uit kleine tulpvormige glaasjes. De meesten houden van mierzoete thee. Als je niet van deze sterke thee houdt, zoals ik, vraag dan om açık çay (zeer zwakke, ‘open’ thee waar je doorheen kunt kijken, in Engeland soms ook ‘echtgenoot’s thee’ genoemd).

In supermarkten kun je ook allerlei soorten kruidenthee kopen. Veel Turken kijken neer op kruidenthee. Vaak hebben ze de indruk dat deze soorten thee medicinaal zijn.

In de bazaar en in winkelstraten worden de winkeliers heel de dag voorzien van verse thee door de plaatselijke Çaycı (theeverkoper). Sierlijk met een dienblaadje komen de op verzoek de bestelling brengen, tien tot twaalf uur per dag.

Vaak zie je lege theeglaasjes bij de ingang van winkels of op de stoep staan. Die worden later weer door de theeverkoper opgehaald.

Meer genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan hier mijn wandelgids:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

Een flinke bos hout voor de deur

$
0
0

Telkens wanneer je een chaotische stapel hout ziet tijdens een wandeling door de achterafstraatjes van Istanbul, kun je er zeker van zijn dat dit de nieuwe levering is voor een van de vele traditionele houtgestookte stenen ovens waar ambachtelijk brood of lahmacun – Turkse pizza – gebakken wordt.

Ook genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn wandelgids hier:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul


Oude ‘rommel’ of antiek?

$
0
0

Oude ‘rommel’ mag ik van mijn vrouw niet zeggen, wanneer ik weer een venter voorbij zie komen met een handkar volgeladen met allerlei voorwerpen die buurtbewoners niet meer willen.

Oud ijzer en lompen liggen er soms tussen, oud speelgoed of versleten schoenen en printers die niet meer printen. Vaak ook spullen die goed zijn voor een kringloopwinkel en soms zelfs antiek.

Laatst zag ik in de buurt van het antiekstraatje van  Kadıköy mannen rondom een van die handkarren nieuwsgierig staan kijken, spullen bewonderend vastpakkend, en de eigenaar van de kar die driftig aan het poetsen was. Oude wijnflessen van tientallen jaren oud stofte hij af en bestudeerde het verweerde etiket. Vaak onleesbaar en dus onduidelijk uit welk jaar.

“Komt allemaal uit het appartement van een voormalig arts. Hij was 95 toen hij overleed. Sommige van zijn spullen zijn nog uit de Ottomaanse tijd”, zei hij.

Bij het uitruimen van het appartement van de arts was er verzilverd bestek tevoorschijn gekomen, oude telefoons, vilten hoeden, nog niet ontkurkte flessen rode wijn, champagne, een oude Efes bierfles, en een oude Tekel alcoholfles. Tekel was tot 2008 een staatsbedrijf dat heel lang het monopolie bezat op de productie en distributie van tabak en alcoholproducten.

Ik zag ook een oud flesje mineraalwater van het merk Kızılay met een etiket in het Turks en Frans!

Fascinerend om mee te kijken naar alle spullen die uit het appartement van de oude arts tevoorschijn waren gekomen en de fantaseren over het leven dat hij geleid had. Oude rommel of antiek, dat zal pas blijken na het oppoetsen, schoonmaken en analyseren van de spullen.

Wil je nog meer genieten van ‘mijn’ Istanbul? Bestel dan mijn wandelgids hier:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

 

 

 

 

Sporen van Nederlands erfgoed in Istanbul

$
0
0

Foto’s © Slawomira Kozieniec

Aan de populaire winkelpromenade Istiklal, op een steenworp afstand van het Nederlandse consulaat, staat een onopvallend kantorengebouw met een opvallende naam, Turhol Han.

Vroeger was dit gebouw, dat rond 1880 werd opgetrokken, een Nederlands handelshuis in deze Europese, kosmopolitische wijk Beyoĝlu met modieuze winkels en restaurants, waar in de tijd van de sultans veel niet-moslims zoals Grieken, Joden, Armeniërs, protestanten en katholieken uit Europa woonden.

Turhol klinkt Turks, maar is geen Turkse naam. Het is een samentrekking van twee Nederlandse woorden: ‘Tur’ staat voor Turkije, ‘hol’ voor Holland. ‘Han’ komt uit het Perzisch en betekent onder meer handelshuis, huis, herberg.

In de onderste verdiepingen van het gebouw is nu de kledingwinkel Mavi gevestigd, een Turkse keten gericht op denim. In de rest van het gebouw zitten kantoren met een fantastisch uitzicht op de Bosporus.

Dit pand, met zijn oorspronkelijke gietijzeren deuren, is van een Turkse architect en was na de Tweede Wereldoorlog in gebruik als het handelshuis van Jan van ’t Hooft. Hij kocht er 4 verdiepingen. Een daarvan gebruikte hij als opslagruimte.

Van ’t Hooft, wiens vader tabakshandelaar was, was een markante Nederlandse pionier en handelaar uit Leiden, die vele talen sprak en in 1908 in Constantinopel (Istanbul) neerstreek. Hij was toen 28.

Twee jaar later trouwde hij met Hilda uit Izmir, die half Frans en half Italiaans was. Ze kochten een Ottomaanse houten villa in het dorpje San Stefano, zo’n 10 kilometer buiten het oude centrum van Istanbul, dat nu Yeşilköy heet en een wijk is in het district Bakırköy aan de Zee van Marmara.

Jan was een knappe man, altijd tiptop gekleed in scherp gesneden maatpakken volgens de laatste mode. Die liet hij zich waarschijnlijk aanmeten door de uit Scheveningen afkomstige kleermaker en modeontwerper Jan Botter, die tevens de hofkleermaker was van sultan Abdülhamit II.

Even verderop in de straat, vlakbij het Zweedse consulaat, staat het huis van de couturier, het eerste art-nouveau gebouw van Istanbul dat in 1901 voor Botter werd gebouwd in opdracht van de sultan.

In zijn vrije tijd hield Van ’t Hooft ervan om met een kapiteinspet op te lopen.

Hij werd een vermogend man, die populair was, ook in de kleine Nederlandse gemeenschap in Constantinopel, toen niet groter dan zo’n 150 mensen, inclusief de kinderen.

Van 1957 tot 1959 was hij op voorspraak van het ministerie van Buitenlandse Zaken door koningin Juliana aangesteld als vice-consul in Istanbul.

“Hij kreeg er geen cent voor”, zegt zijn kleinzoon Wolfert. “Het was net na de oorlog en de overheid had geen geld”.

Het import- exportbedrijf dat Van ’t Hooft opzette, noemde hij de Nederlandsche Oriënt Handelsmaatschappij – Société de Commercial Néerlandaise Constantinople.

Dat was eerst gevestigd in het handelshuis Mesadet (Welvaart) Han, het eerste gebouw in Constantinopel dat in 1915 met gewapend beton werd neergezet. Het is nog steeds te bewonderen aan de Yalı Köşkü Caddesi, in de bedrijvige wijk Sirkeci aan de haven van de Gouden Hoorn waar vrachtschepen uit alle windstreken goederen aanvoerden en vlakbij het Sirkeci station waar producten uit Europa per trein arriveerden.

Helaas is het handelsgebouw, dat later werd omgedoopt tot Liman Han, ernstig verzakt. Het gebouw zit zo degelijk, als een bijna onwrikbare structuur, in elkaar, dat het nu als één blok achterover helt. Dit heeft ongetwijfeld met de zwakke bodem te maken, zo dicht bij het water, en een onvoldoende diepe fundering. Voor de veiligheid van de voetgangers is het nu omgeven met aluminium hekwerk. Het verval van het historische gebouw gaat hard, mede omdat er veel ramen kapot zijn of open staan en ook het dak lekt zodat de regen zijn verwoestende werk kan doen.

Zijn bankzaken deed Jan van ’t Hooft vanaf de tweede helft van de jaren ’30 met Nederlanders bij de ook in Istanbul gevestigde Hollandsche Bank-Unie (HBU).

Die ontstond in 1933 uit een fusie tussen de Hollandsche Bank voor Zuid-Amerika en de Hollandsche Bank voor de Middellandsche Zee, die later werd opgenomen in de ABN AMRO.

Het naambordje van de HBU-vestiging in Istanbul, de Holantse Bank-Üni N.V., vond ik tijdens een van mijn zwerftochten door de oude stad op het terras van cafetaria Zanaat Atelye Muze & Cafe, in het steeds populairder wordende buurtje Tophane, waar het als decoratie aan een muur hing. Het cafetaria is gevestigd in een verwaarloosd gebouw dat stamt uit 1820 en vanaf 1885 dienst deed als het Franse katholieke weeshuis St. Joseph.

‘Ardiyesi’ betekent opslagplaats, depot. Handelaren konden daar goederen opslaan als onderpand voor een lening om ze later, verhoogd met rente, terug te kopen. Als de handelaar zijn lening niet kon aflossen, verkocht de bank de goederen.

Turhol Han was niet voorzien van een lift, dus alle goederen moesten naar boven of naar beneden worden gesjouwd door ‘hamals’, menselijke pakezels, die nu alleen nog in de wijk van de Kruidenbazaar en de Grote Bazaar werkzaam zijn.

Van ‘t Hooft importeerde onder meer brandkasten van Lips uit Dordrecht en verkocht deze aan banken in Istanbul. Er is er nog een hele imposante te bewonderen in de voormalige Iş Bankası, om de hoek van de Nieuwe Moskee (Yeni cami in het Turks), in de wijk Eminönü, vlakbij de Kruidenbazaar.

Die brandkast is voor iedereen te zien, want het oude bankgebouw is nu een museum. Loop de trap af naar de kelder en daar zie je de zware kluisdeur open staan. die geeft toegang tot de enorme inloopkluis met allerlei safeloketten waarin bankbiljetten, goud, juwelen, en andere kostbaarheden bewaard werden van de bank en haar klanten.

Op de kluisdeur is het fraaie merklogo van de brandkasten- en slotenfabriek Lips te bewonderen, een in Jugendstil uitgevoerde gevleugelde stier uit de Mesopotamische en Perzische mythologie.

Behalve groothandelaar en leverancier voor Turkse winkeliers was van ‘t Hooft de eerste plaatselijke vertegenwoordiger van de KLM.

Die maakte in 1924 met een Fokker VII (H-NACC) de eerste vlucht tussen Schiphol en Jakarta, met een tussenstop in Istanbul.

Zijn zoon Frans, die als 6-jarig jongetje de aankomst van het eerste KLM toestel meemaakte, begon in Turhol Han het eerste reisbureau dat zich specialiseerde in reizen tussen Nederland en Turkije.

Zijn zus Ida kreeg een baan als stewardess bij de KLM.  Op de begane grond van de Turhol han zat het eerste kantoor van de KLM. Toen daar voor de deur een bushalte kwam, is de KLM-vestiging vertrokken naar het Taksimplein.

Net als bij zijn vader zat handel bij Frans in de genen. Met zijn bedrijf Felemenk Ticaret Şirketi importeerde hij uit Nederland onder meer medicijnen, vooral penicilline, en babyvoeding. De protestantse werkethiek van zijn vader, had hij echter niet. Hij genoot van het uitgaansleven in Beyoğlu, was vaak te zien in de solans van de high society, en in de Orient bar van het Pera Palas hotel. “Hij was vooral een playboy”, aldus zijn zoon Wolfert.

Wolfert (1949), de kleinzoon van pionier Jan van ’t Hooft, woont nog steeds in Istanbul. De eeuwige vrijgezel heeft de Nederlandse nationaliteit, maar spreekt amper nog Nederlands, hoewel hij het wel leest. Voor zijn werk bij de Turkse bank Iş Bankası reisde hij veel. Hij woonde onder meer in de Verenigde Staten en vier jaar als expat in Den Haag (1986-1990). Als sales manager moest hij nieuwe klanten werven voor de bank. Zijn vader kocht een villa in Miami.

In Istanbul keek hij ieder jaar uit naar Koninginnedag, wanneer hij op het Nederlandse Consulaat weer kon genieten van typisch Nederlandse lekkernijen, zoals bitterballen, Goudse kaas, en Hollandse Nieuwe.

Als verwoed amateur historicus en verzamelaar specialiseerde Wolfert zich in zijn vrije tijd in de Slag om Gallipoli (Turkse Dardanellen) uit 1915 waarin de geallieerden probeerden met een Brits/Franse vloot een maritieme doorbraak te forceren om Constantinopel te veroveren.

De slag om Gallipoli liep uit op een catastrofe ten koste van een enorm aantal slachtoffers, zowel aan geallieerde als aan Turkse kant. De Turken wonnen uiteindelijk, mede dankzij het doortastende optreden van officier Mustafa Kemal (de latere Atatürk), commandant van een van de divisies, die zijn troepen aanspoorde om niet op te geven met zijn beroemde uitspraak: “Ik geef jullie niet de opdracht om te vechten, maar om te sterven. In de tijd die nodig is om ons te doden, kunnen  andere troepen en commandanten komen om onze plaatsen over te nemen”.

Wolfert heeft in de loop van zijn leven een indrukwekkende bibliotheek opgezet met ruim 7.700 boeken, landkaarten, en ander materiaal over de Slag om Gallipoli, waar uit heel de wereld onderzoekers op afkomen.

Dat werd hem op den duur teveel. Hij schonk zijn unieke collectie aan het ministerie van Cultuur en Toerisme in Ankara. Ambtenaren beloofden hem dat er een speciale Gallipoli bibliotheek zal worden gebouwd die naar hem vernoemd zal worden. “İnşallah”, zegt Wolfert. Vrij vertaald: eerst zien, dan geloven.

Wil je zelf meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan hier mijn wandelgids:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Straatmuziek uit alle windstreken

$
0
0

Foto’s © Slawomira Kozieniec

In de weekenden, wanneer over de Istiklal winkelpromenade honderdduizenden Turken en buitenlanders slenteren, wordt het geroezemoes herhaaldelijk opgevrolijkt door straatmuziek.

Muzikanten uit alle windstreken van Turkije, maar ook van alle continenten.

Voor het Zweedse consulaat zit vaak een jonge vrouw uit Australië die met haar handen rustgevende, mysterieuze klanken tovert uit de in haar schoot geplaatste Hang percussieschalen.

Uit Amerika een jazz duo. Uit het zwarte Zeegebied is er meestal een kemençespeler die met zijn strijkstok op zijn ondershands vastgehouden kleine snaarinstrument opwindende muziek maakt.

Een van mijn favoriete straatmuzikanten is een Turkse jongen, Sercan Gider, die soms met zijn oudere broer, maar meestal alleen een show geeft van zijn enorme talent op zijn vaasvormige trommel, de traditionele darbuka. Een genot om hem bezig te zien. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk op het publiek dat hem beloont met veel muntjes.

In het begin van de straat posteert zich vaak een violiste.

Verderop is de Roemeense accordeonist Stanescu Florin te vinden. Als kleine jongen verloor hij bij een ongeluk zijn rechter voet. Door gangreen rotte weefsel in zijn been weg tot een amputatie daar een eind aan maakte. Muziek is zijn leven en zijn levensonderhoud. Doorleefde klanken die extra nadruk krijgen met zijn doorrookte stem.

Genieten is het ook van een Turkse trompettist, die ik zo nu en dan tegenkom. Jazz is zijn belangrijkste repertoire. Heerlijk om er even bij stil te staan. Niet zo goed als Louis Armstrong natuurlijk, maar aan hem moet ik wel altijd denken bij de klanken van deze straatmuzikant.

Uiteraard zijn er, net zoals in elke toeristische stad, ook Zuid-Amerikaanse straatmuzikanten, uitgedost indianen in feestkleding.

Turken en toeristen gaan graag met hen op de foto.

Niet iedereen heeft het fatsoen de muzikanten daar ook een kleine vergoeding voor te geven.

Voor muziek en dans maken Turken altijd tijd, zo lijkt het.

Herhaaldelijk zie ik Turkse voorbijgangers, die elkaar niet kennen, spontaan op straat aan het dansen gaan. Mannen en vrouwen, jongens en meiden, modern westers gekleed of met een religieuze hoofddoek op. Ze geven elkaar een hand en daar gaan de voetjes van de vloer. Niet omdat er een bruiloft is of een ander feest. Nee, gewoon omdat ze door de opzwepende muziek niet stil kunnen blijven staan.

Laatst weer zag ik een muzikant met zijn doedelzak uit het Zwarte Zeegebied. Twee meiden met hoofddoeken pakken elkaars handen vast en beginnen enthousiast te dansen. Niet voor het publiek. Niet om applaus te krijgen. Gewoon omdat ze er zin in hebben. Dat is nou echt genieten. Voor hen. En voor toeschouwers als ik.

Meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn wandelgids hier:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Voddenman ala Turka

$
0
0

Een van de vele leuke dingen aan Istanbul is dat ik er gebruiken, beroepen en ambachten tegenkom die ik me herinner uit mijn jeugd, maar die in Nederland al lang zijn uitgestorven.

Kleine ambachtelijke houtzagerijen bijvoorbeeld, of een scharensliep die langs de deuren gaat om scharen en messen te slijpen door met voetkracht via een riem een wiel aan te drijven.

De voddenman is een ander in Nederland uitgestorven beroep, die ik me kan herinneren uit de jaren 1950. Hij kocht oude kleding en beddengoed op en verkocht die weer door aan fabrieken voor papier of poetskatoen.

Met paard en wagen, bakfiets of handkar trok hij door de straten. Met behulp van een weeghaak werd het gewicht vastgesteld om de prijs te bepalen.

Een variant van de voddenman bestaat nog steeds in de megastad Istanbul.

Vodden of oude kleren kunnen aan de mannen met hun handkarren nog steeds worden gegeven, maar ook allerlei andere spullen waar je vanaf wil: oude printers, televisies en andere elektronische apparatuur, schoenen, sokken, kleding, koffers, boeken, kranten, tijdschriften, bankstellen, stoelen,  kasten, lampen, foto’s, wasmachines, haardrogers, vogelkooitjes, lampenkappen, schilderijen, serviesgoed, schotelantennes, langspeelplaten, transistorradio’s, balpennen, fotolijstjes, zwemvliezen, duikbrillen, snorkels, tamboerijnen en andere muziekinstrumenten, wc-potten, decoratiespul uit huis of tuin, matrassen, etalagepoppen.

Je kunt het zo gek niet bedenken, de voddenman neemt het mee. Alles wat recyclebaar is of geschikt voor een kringloopwinkel is welkom.

Deze kringloopmannen heten in het Turks ‘hurdacı’ (rommelman). Zelf noemen ze zich meestal ‘eskici’ (oud spul ophaler-verkoper).

Bij de deelgemeente waarin ze willen werken, moeten ze een vergunning aanvragen.

Je kunt deze kringlopers echt overal tegenkomen of horen wanneer ze hard en langgerekt ‘eskici’ roepend door de straten slenteren.

Meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn wandelgids hier:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

Sahlep: warm Ottomaans orchideedrankje

$
0
0

Foto’s  ©  Slawomira Kozieniec

In Turkije drinken ze in de koude wintermaanden geen warme chocolademelk maar een andere warme melkdrank met de naam Sahlep.

Een exotisch drankje dat in de Ottomaanse tijd populair werd en nog steeds is in gebieden die vroeger tot het Ottomaanse rijk behoorden.

Net zoals veel woorden in het Ottomaanse Turks komt sahlep uit het Arabisch, van het woord saḥlab. Het romige drankje krijgt zijn bijzondere smaak en stevige consistentie van het poeder van de knolletjes van wilde orchideeën die door boeren en herders in het binnenland van Turkije worden geoogst. De naam van die orchidee is ‘Vossenkloten’.

 

Het poeder van de knolletjes is voedzaam en zetmeelrijk. Sahlep is een mengsel van dit poeder met melk die verwarmd wordt. Het wordt op veerboten, in restaurants en door straatventers geserveerd met een beetje kaneelpoeder.

Ook genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn wandelgids hier

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Turks lezen & spreken? Een makkie!

$
0
0

Foto’s © Slawomira Kozieniec

Turks leren is niet makkelijk.  Het is qua zinsstructuur en grammatica heel anders dan Nederlands, Engels, Duits of Frans. Het hoort namelijk niet tot de Indo-Europese taalfamilie. Zo komt het vervoegde werkwoord altijd helemaal achteraan in de zin en niet op de tweede plaats zoals in de Europese talen.

Turks is onderdeel van de Oeral-Altaïsche taalfamilie, net zoals het Hongaars, Fins, Japans, en Koreaans.

Lezen en spreken is gelukkig een makkie: alle woorden worden fonetisch geschreven en uitgesproken, en er is sprake van een consequente klinkerharmonie. Dat wil zeggen dat de vocaalharmonie wordt gebruikt voor die gevallen waarin een stamwoord voor- en achtervoegsels selecteert waarin de klinkers met die van het stamwoord harmoniëren. De meeste uitgangen passen hun klinker aan de voorafgaande lettergreep aan.

Zelfs als je niet weet wat de woorden betekenen, kun je ze nog steeds zonder fouten uitspreken, nadat je de uitspraak van de letters hebt geleerd. Ik kan het je in 10 minuten leren.

Tot 1928 werd het Ottomaanse Turks – de taal van de geletterde elite (5 procent van de bevolking) – geschreven in het Arabisch schrift. Maar het Arabische alfabet was ontoereikend om Turkse klanken als ö en ü over te brengen. Dankzij de hervormingen van Mustafa Kemal Atatürk, de eerste president van Turkije, werd het Latijnse alfabet geïntroduceerd en het Arabische schrift verbannen uit het openbare leven.

Om te weten hoe je de Turkse letters moet uitspreken, moet je weten in welk opzicht ze anders zijn.

Alle klinkers worden alleen maar kort uitgesproken. Dus een o wordt uitgesproken als in bok en nooit zoals in over.

En e altijd zoals in bed. Nooit de verwarring met drie verschillende klanken zoals in de woorden december of Deventer, een ‘ee’, een ‘e’ en een ‘u.

De a kort, als in Amsterdam en niet zoals in amen.

C zoals in George. De ç als in tsjokvol. De ğ is de enige letter die je niet uitspreekt. Hij verlengt de voorgaande klinker.

De letter ı, is een i zonder puntje, klinkt als de ‘u’ in radium. De Turkse anijsdrank rakı, wordt dus niet uitgesproken als raakie, maar als raku. Net als het Topkapı paleis.

De i wordt uitgesproken als ‘ie’, dus de naam van de stad Istanbul wordt uitgesproken als Iestanboel. De i-klank zoals in ik bestaat niet in het Turks.

Spreek de j uit zoals in het Franse jardin. De ö zoals in deur. De u zoals in doek. En de ü zoals in vuur.

De letter v zoals in wagen, en de y zoals in yoghurt.

Zoals ik eerder zei, worden alle letters uitgesproken zoals ze geschreven zijn. Dat geldt ook voor leenwoorden uit het Frans, Engels, Arabisch of Perzisch.

Bekijk de volgende woorden: penti (panty), şarküteri (charcuterie), tuvalet (toilet), hentbol (handbal), pikap (pickup).

Het is gemakkelijk om de logica hier te zien. Neem het woord, ‘toilet’, bijvoorbeeld. De ‘u’ wordt uitgesproken als oe, de ‘v’ als een w, dus het woord wordt uitgesproken als ‘toewalet’. Als je dat snel zegt krijg je de Franse uitspraak van ‘toilet’.

Het Turkse alfabet mist de letters ‘q’, ‘w’ en ‘x’.

Het Turks heeft deze zogeheten Koerdische letters niet nodig (ze maken wel deel uit van het Koerdische alfabet). Het Turks heeft namelijk al letters die qua klank lijken op die ontbrekende letters.

De Q klinkt als K. De letter V wordt uitgesproken als W. En voor het geluid van de letter ‘X’ gebruiken ze de lettercombinatie ‘KS’, zoals in het Turkse woord taksi.

In de 20-er en 30-er jaren voerde de overheid een campagne om het Turks te zuiveren van buitenlandse woorden en deze te vervangen door ‘echte, zuiver Turkse’ woorden. Het Turks moest modern, puur Turks worden.

Hoewel veel van de leenwoorden officieel zijn verbannen, zijn er nog behoorlijk wat blijven hangen in het dagelijks spraakgebruik. En komen er nog steeds bij, vooral uit het Engels.

Enkele van de nog steeds populaire Arabische woorden:

hoca: leraar, dokter, trainer, hayat: leven, faiz: rente, cevap: antwoord, asker: soldaat, aile: familie, kitap: boek.

Woorden uit het Farsi (Perzisch): beraber (samen), hasta (ziek), han (huis, gebouw), sarhoş (dronken), şehir (stad), tembel (lui), zor (moeilijk).

En dan zijn er nog veel Franse en Engelse leenwoorden op een Turkse fonetische wijze geschreven: Taksi, Tekstil, Teknik Servis, Milyon, Dekorasyon, Gurme, Kalite, Penti, Resepsiyon, Krem, Jakuzi, Masaj, Prezervatif, Randevu, Seans, Şarküteri, Mobil aplikasyon, Futbol, Transfer, Demokrasi, Gazete, Alfabe, Alkol, Operasyon, Trafik, Model, Kostüm, Izolasyon, Enteresan, Kanser.

Dus als je op zoek bent naar de populaire winkelstraat Istiklal Caddesi dan weet je nu hoe je dat moet uitspreken: niet Iestieklal Kadeesie, maar Iestieklal Dzjaddesie.

Veel plezier!

Wil je meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn Wandelgids hier:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Straatnamen en appartementen met namen

$
0
0

Foto’s © Slawomira Kozieniec

Straatnamen staan in Istanbul vaak niet op de gevel van het eerste hoekhuis, maar zijn bevestigd aan een soort verkeersbordpaal.

De nummering van de huizen is eveneens anders dan in Nederland. Heel vaak hebben huizen en gebouwen twee nummers; het oude en het nieuwe.

Dat komt doordat de stadsbestuurders, om een of andere onverklaarbare reden, de nummering met enige regelmaat veranderen.

Als je Turken vraagt waarom, halen ze de schouders op en zeggen ‘Burası Türkiye’ (‘zo gaat dat nou eenmaal in Turkije’).

Om het de postbodes gemakkelijk te maken, hebben de bewoners van veel appartementen hun gebouwen namen gegeven. Dat is slim. De nummers mogen dan wel veranderen, de naam blijft altijd behouden.

Handig om te weten is ook dat straten in het Turks met twee verschillende woorden worden aangegeven: Caddesi (laan, doorgaande weg) en Sokak of Sokağı (straatje, steeg).

Het woord Mahalesi, vaak afgekort tot Mah, betekent wijk of buurt.

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

 


Ottomaans straatfonteintje in ere hersteld

$
0
0

In de Serasker (hoogste Ottomaanse militair) Caddesi (straat) in de wijk Kadıköy vond ik een fraai, antiek straatfonteintje. In een zijstraatje van de belangrijkste winkelstraat, Bahariye Caddesi.

Het blijkt te zijn gebouwd in opdracht van Hasan Rıza Paşa (1809-1877), die de sultan onder meer diende als de hoogste militair en als minister van Oorlog.

In het begin van de 20e eeuw waren er in Istanbul ongeveer 1.600 straatfonteinen. Nu zijn er hooguit nog een paar honderd over. Naarmate er steeds meer huishoudens water via het steeds verder uitbreidende waterleiding kregen, raakten de straatfonteinen in onbruik en verval.

Buurtbewoners gebruikten deze bijvoorbeeld jaren lang om hun huishoudelijk afval te dumpen. Smerig en een bron van stank. Alleen de zwerfhonden en -katten waren er gelukkig mee.

In 2014 nam de deelgemeente Kadıköy het initiatief om deze fraaie fontein schoon te maken en in ere te herstellen. Hij ziet er nu weer uit zoals in de Ottomaanse tijd.

Alleen jammer dat vandalen de voorgevel hebben beklad met graffiti. Dat is iets van de moderne tijd. Dat gebeurde volgens mij onder de sultans niet.

Bovenaan de uit natuursteen opgetrokken waterbron staan in sierlijke, vergulde Arabische karakters de woorden Allah (God) en Mohammad (de naam van de Profeet) geschreven.

De meeste straatfonteinen in de oude stad zijn gerestaureerd met het oog op de bezoekende toeristen. Deze niet. In deze wijk komen amper buitenlandse bezoekers. Deze is hersteld om belangrijk cultureel erfgoed te beschermen. En gelukkig komt er ook weer water uit de kraan. Dat is bij de meeste fonteinen in de buurt van de toeristische trekpleisters zoals het Topkapi paleis niet het geval.

Koks uit de nabijgelegen restaurants en marktkoopmannen komen hier soms emmers met groenten wassen. Winkeliers halen er emmers water om hun stoep schoon te schrobben.

Het uitgeven van geld voor de bouw van een straatfontein werd gezien als een goede daad in de Ottomaanse tijd. De sultan, zijn moeder, zijn eerste vrouw, eerste-minister, en andere belangrijke autoriteiten deden daar allemaal aan mee, vooral sinds de zestiende eeuw.

De lokale waterfontein had dezelfde onmisbare rol in elke wijk van de stad als de waterput vroeger op het dorpsplein. Voor vrouwen, die meestal in hun houten huizen bleven, was dit een sociale ontmoetingsplaats waar ze met andere vrouwen konden praten. Ook mannen zaten er vaak in een nabijgelegen koffiehuis of in de schaduw van een plataan.

Ik ben blij dat deze oude Ottomaanse straatfontein eindelijk is gerestaureerd. Hij doet weer dienst als waterbron en herinnert ons, al was het maar even, aan lang vervlogen tijden toen stadsbewoners het zonder de luxe van stromend water moesten stellen.

Meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn Wandelgids hier:

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

Proef deze Turkse specialiteiten

$
0
0

IMG_0263

Foto’s © Slawomira Kozieniec

Een stedentrip naar Istanbul is niet compleet als je niet minstens een paar van de volgende Turkse specialiteiten hebt geproefd.

De Islak (natte) hamburger, verkrijgbaar bij fast foodtentjes bij het Taksim plein aan het begin van de Istiklal Caddesi (laan). Onder meer bij Barişim Büfe 1974.

Kokoreç, aan het spit geroosterde lamsdarmen gewikkeld om het vet dat komt van een dikke staart van een Anatolisch schaap. De fijngesneden darmen worden na het roosteren in kleine stukjes gesneden en op een broodje gelegd vermengd met fijngesneden tomaat en kruiden. In 1997 werd een soortgelijk Grieks gerecht (kokoretsi) verboden door een maatregel van de Europese Commissie op het verwerken van ingewanden in vleesproducten. Wanneer Turken zeggen dat ze niet willen dat Turkije lid wordt van de EU noemen ze vaak dit voorbeeld en zeggen dat ze hun kokorec lekkernij niet willen opgeven. 

Çiğ köfte, een van de oudste snacks ter wereld, van grof gemalen durum tarwe, milde uien, tomatenpuree, mint, peterselie, knoflook, en hete pepers op een blad ijsbergsla en besprenkeld met citroen.

Midiye dolma, mosselschelpen gevuld met gekookte mossel en gekruide rijst.

Iskembe çorbası, penssoep met knoflook, eieren en citroen. Eet een bord ’s avonds laat na een avondje stappen en stevig drinken, en je hebt de volgende ochtend gegarandeerd geen kater. Börek, hartig gerecht dat gemaakt wordt van bladerdeeg en gevuld kan zijn met spinazie, aardappelen of witte kaas.

IMG_0284Lahmacun, flinterdunne pizza bedekt met een gehaktmengsel. Strooi er zelf nog wat peterselie over, en besprenkel met citroensap.

Drink daarbij gekoelde ayran, yoghurt op basis van gegiste geitenmelk, aangelengd met water en aangevuld met wat zout. Het smaakt ongeveer als karnemelk en is de nationale drank van Turkije. Het wordt ook veel gedronken in alle Turkstalige landen, het Midden-Oosten en Bulgarije. De meeste ayran wordt verkocht in plastic bekertjes.

Er wordt ook verse yoghurtdrank verkocht met een mooie schuimkraag erop, onder meer in het straatje in het verlengde van de Kruidenbazaar. De beroemdste ayran van Turkije wordt geproduceerd in Susurluk, een plaatsje bij Marmara op de weg van Istanbul naar Izmir. Deze staat niet alleen bekend om zijn grote hoeveelheid schuim, maar ook omdat hij gezonder is wegens een lager zoutgehalte.

Gözleme, pannenkoekjes naar keuze gevuld met witte kaas, spinazie of aardappel. Vers van de bakplaat, dus lekker warm en knapperig. Een feest voor de smaakpapillen.

IMG_0489Kumpir, een gepofte aardappel met een vulling die je zelf kan samenstellen uit ingrediënten zoals mais, tafelzuur, erwtjes, zwarte en groene olijven, geraspte kaas en wortel, rode bietjes, sambal, ketchup en mayonaise. Heerlijk als lunchgerecht!

Simit, lijkt in de verte enigszins op een bagel (maar dan veel lekkerder!) met sesam (simit) zaadjes erop. Heerlijk ’s ochtends vroeg vers van de warme bakker op de hoek. Maar ook later op straat te koop bij al die rode Simit karretjes.

Döner kebab, gegrild vlees aan een ronddraaiende, opstaande spies. Van het Turkse werkwoord dönmek’ (draaien). In de Grote Bazaar, tegenover de ingang van de Zincirli Han, doen ze het nog op de traditionele manier met gloeiende houtskool. Dat is echt een uitzondering. Overal elders zie je de spiesen ronddraaien voor een verwarmingselement. Er zijn meestal twee soorten gemarineerd vlees: kipfilet en lam. Het geroosterde vlees wordt met lange slagersmessen afgesneden en op een sandwich gedaan. De keuze bestaat meestal uit een half stokbrood, een rond pide broodje of een wrap. Aan het vlees wordt tomaat en sla en soms ook gesneden zoetzure augurkjes toegevoegd. Deze Turkse snack koop je zonder enige saus, een grote teleurstelling voor veel Nederlanders, Duitsers en Belgen. Geen knoflooksaus? roepen ze verbaasd. Nee! Je kunt wel om mayo en ketchup vragen. Die hebben ze meestal wel.

photo (22)Patso, een langwerpige sandwich met lauwe patat, gesneden augurk (als je dat wil) en mayo en ketchup.

Meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan hier mijn wandelgids

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Çiya restaurant: culinair smaakavontuur

$
0
0

Foto’s: Slawomira Kozieniec

Mijn favoriete locatie om te genieten van traditionele Osmaanse, Koerdische en Turkse gerechten in Istanbul is het restaurant Çiya aan de Aziatische oever van de Bosporus in onze buurtbazaar van Kadıköy.

Eigenlijk zijn er drie Çiya restauranten, allemaal van dezelfde eigenaar. Het oudste en gezelligste om met vrienden te gaan eten is Çiya Sofrası. De twee andere zijn aan de overkant van de straat en heten ‘Çiya Kebab restaurant’, waar ze over heel het jaar gerekend meer dan 65 soorten kebap aanbieden.

Het restaurant heeft lovende kritieken gehad en is al het ‘culinaire heiligdom van Istanbul’ genoemd en ‘het beste restaurant in Istanbul’. Er zijn ongetwijfeld restaurants die eleganter zijn ingericht en een veel mooier uitzicht hebben. Maar het is het eten en de altijd veranderende selectie van gerechten die dit een populaire plek maken voor alle liefhebbers van goed eten in Istanbul.

De eigenaar en oprichter is Musa Dağdeviren. Hij is een Turks-Koerdische kok afkomstig uit de zuidoostelijke stad Gaziantep. Dağdeviren reisde heel Turkije door om in afgelegen dorpjes bij vrouwen in potten en pannen te kijken om plaatselijke recepten te ontdekken uit de tijd van het Osmaanse Rijk.

Hij is een man met een missie: het ontdekken en het aan zijn gasten voorschotelen van wat hij noemt ‘de vergeten boerengerechten uit Anatolië’.

De New York Times prees hem als een ‘culinaire Indiana Jones’ en een ‘Midas van de vruchten’ die ze verandert in ‘gouden sapjes en nagerechten zoals stukjes gekonfijte pompoen’.

Een bezoek aan deze gezellige, informele eetgelegenheid is echt een smaakavontuur, aangezien je de keuze hebt uit authentieke regionale gerechten uit heel Turkije en combinaties van ingrediënten en smaken die je nergens zal vinden in de traditionele kebabtenten.

Het menu verandert met de seizoenen en de beste manier om met al die ongewone gerechten kennis te maken is door naar het buffet bij de ingang te gaan waar een variëteit aan salades en voorgerechten staat uitgestald. Neem van alles wat op je bord. Voor het samenstellen van je hoofdgerecht loop je naar de koks die bij de pruttelende potten staan met bereide gerechten en wijs gewoon aan wat je interessant lijkt.

Er zijn altijd diverse soepen, stoofpotten met lamsvlees, aubergine gerechten, en diverse soorten rijst en gebroken tarwekorrels.

Houd nog wat ruimte over voor de toetjes. Niet de gebruikelijke baklava, maar heerlijke gekonfijte citrusvruchten; zoete tomaten met amandel, sesam, dikke room en citroen; pompoen met suiker, tahini of walnoot en citroen; en groene walnootschillen die met kalksteen zijn bewerkt; en zelfs in suiker ingelegde olijven! Smullen dus. Lekker met die Turkse drapkoffie.

Adres: Güneşlibahçe Sokak 43

http://www.ciya.com.tr/index_en.php

Cuisine: Turks/Anatolisch/Koerdish/Ottomaans

Pluspunt: een variëteit aan vegetarische gerechten

Minpunt: metalen borden

Sfeer:4.0/5.0 ★★★★☆ 
Service:4.0/5.0 ★★★★☆ 
Locatie:3.0/5.0 ★★★☆☆ 
Presentatie:4.0/5.0 ★★★★☆ 
Smaak:5.0/5.0 ★★★★★ 
Prijs:4.0/5.0 ★★★★☆ 
Gemiddeld:4.0/5.0 ★★★★☆ 

Meer ontdekken van mijn Istanbul?

Bestel dan hier mijn Wandelgids

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Taxi’s in Istanbul: do’s & don’ts

$
0
0

Foto © Slawomira Kozieniec

Ik heb heel veel aardige, hulpvaardige en vriendelijke taxichauffeurs meegemaakt van de bijna 18.000 die er in Istanbul zijn.

Laatst nog was ik in der haast, op weg naar het vliegveld, mijn rugzak vergeten in een taxi. Mijn paniek was snel voorbij toen een andere taxichauffeur zijn collega belde en hij mijn rugzak terugbracht naar de luchthaven.

Maar er zijn er ook nogal wat die de ‘yabancılar’ (vreemdelingen) op een oneerlijke manier geld afhandig willen maken.

Gisteren sprak ik met een Nederlandse die al voor de negende keer in Istanbul was, dit blogje vorige week nog had gelezen, en toch 80 lira werd afgetroggeld door de beruchte wisseltruc. Voor dit soort cowboys moet je dus op je hoede zijn.

Let op!

  1. Spreek nooit een prijs af (die is altijd te hoog), maar rijdt op de meter.
  2. De meter start standaard op 4 Turkse Lira. Tarief per km is 2,5 TL. Het minimum tarief voor een kort ritje is 10 TL. Houd de meter in de gaten, want sommige chauffeurs manipuleren de meter.
  3. Er bestaat geen nachttarief.
  4. Betaal altijd met Turkse Lira’s. Wie met Euro’s betaalt, wordt afgezet.
  5. Taxichauffeurs in Istanbul denken vrijwel allemaal dat ze Michael Schumacher zijn en dat ze net als deze Duitse autocoureur en 7-voudig wereldkampioen in een Formule-1 auto op een racebaan rijden. Ze rijden als gekken, maar maken weinig ongelukken, omdat de meeste andere weggebruikers ook zo rijden. Doe dus altijd je veiligheidsgordel aan, ook al kijkt de chauffeur je verongelijkt aan met een blik van ‘denk je dat ik niet kan rijden?’
  6. Zorg altijd voor voldoende kleingeld, biljetten van 5, 10, 20 Lira. Bij groot geld, proberen de taxichauffeurs vaak een wisseltruc toe te passen. Ze doen dan net of je een biljet van 5 Lira hebt gegeven in plaats van 50 TL. Of ze laten je ‘jouw’ biljet van 20 TL zien terwijl je net 100 TL had gegeven. Je moet sowieso bijbetalen, want jij kan niet meer bewijzen dat je 50 TL of 100 TL had gegeven.
  7. Open je portemonnee niet zittend naast de taxichaffeur. Ik heb van Nederlandse vrouwen gehoord, die met zijn vieren in de taxi zaten, dat de chauffeur Eurobiljetten uit de portemonnee van de betalende dame probeerde te halen.
  8. Stap resoluut uit als een chauffeur onbeschoft doet en noteer zijn kentekennummer. Geef dat door aan de balie van het hotel. Istanbul verdient goud aan het toerisme en het stadsbestuur is er heel veel aangelegen om het imago van een vriendelijke, gastvrije stad hoog te houden. Dus klachten indienen heeft, hopelijk, op den duur effect.
  9. Bereid je goed voor. Bestudeer de kaart van de stad en kijk waar je hotel ligt, zodat je een algemeen idee hebt hoe een taxi van A naar B moet en je niet wordt verrast door een chauffeur die je wil afzetten. En neem het visitekaartje van het hotel mee, zodat je het adres aan de chauffeur kunt laten zien, en hij eventueel – als hij het echt niet weet – even naar het hotel kan bellen. Op je smart phone kun je natuurlijk ook de beste route zien.
  10. Maak alleen gebruik van gele taxi’s die je zelf aanhoudt; laat je niet meevoeren door een vreemde die je naar een taxi meeneemt. Meestal is het ook veilig de receptie van je hotel te vragen een taxi voor je te bellen.
  11. Download de app BİTAKSİ op je smart phone. Hij laat je zien waar de dichtstbijzijnde geregistreerde taxi is. Ook de naam van de taxichauffeur wordt zichtbaar. Makkelijk voor het geval je een klacht over hem hebt.

Klachtenlijn

Wie klachten heeft over een taxichauffeur kan de klachten hotline bellen:

444-15-23 of 325-15-15

Wil je genieten van mijn Istanbul?

Bestel dan mijn Wandelgids hier. Ook leuk om kado te geven!

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

 

Hurktoiletten & zit wc’s in Istanbul

$
0
0

Foto’s © Slawomira Kozieniec

In het oude stadscentrum van Istanbul, waar de meeste toeristische top attracties te vinden zijn, voldoen veel openbare toiletten nog niet aan de moderne, westerse eisen. Toenmalig burgemeester Kadir Topbaş kondigde in 2012 aan alle bestaande faciliteiten te renoveren, ook die deel uitmaken van moskeeën.

De gemeente beloofde 25 openbare wc’s te renoveren en bovendien 15 moderne toiletten te bouwen op de belangrijkste toeristische plekken in Istanbul. ‘Insallah’ (als God het wil), werd er toen meteen bijgezegd.

Op het hippodroom is er inderdaad een moderne openbare toiletruimte neergezet. Een bezoek voor plas- of poeppauze kost 1 Turkse Lira. De tourniquets accepteren alleen gepast geld!

Reisadviseur en tourgids Semra wees me erop dat er ook elders in de oude stad en in de rest van Istanbul inmiddels moderne, schone oranje container toiletten zijn neergezet door de gemeente. Een grote vooruitgang. Ook bij de Grote Bazaar is er een neergezet, bij de Arasta bazaar, op Hagia Sophia plein naast de Hürrem Sultan Hamamı, en bij Topkapi paleis.

Hurktoiletten

Wie hoge nood heeft kan overal in Istanbul altijd bij een moskee terecht. Let op! Alle wc’s (‘tuvalet’ op zijn Turks geschreven) in moskeeën zijn traditionele hurktoiletten, ook wel bekend als toiletten ‘Alaturka’. Dit soort wc’s vind je overal in Aziatische landen en in Frankrijk op het platteland.

De zit-toiletten verschenen in Europa in de 14e eeuw. “Gemakstoelen” of “kakstoelen” werden die genoemd. Dat waren gewone stoelen met een gat erin, waar een emmer onder werd geplaatst.

In plaats van te zitten, ga je in een hurktoilet hangen boven een gat in de grond. Zet je voeten op de voetsteunen, en dan goed mikken!

Hurk wc is altijd zonder wc papier. Foto: Slawomira Kozieniec

Neem voor de zekerheid altijd wc-papier of papieren servetjes mee uit het hotel wanneer je op stap gaat in Istanbul, want in de hurktoiletten is geen wc-papier beschikbaar. Alleen een plastic kannetje waarmee je geacht wordt alles schoon te spoelen met je linker hand. (Daarom is het in islamitische culturen meestal ongepast iets aan te reiken met de linkerhand). Het is altijd een kliederboel in de hurktoiletten van al dat gespetter met waterkannetjes. In de steden hebben de meeste Turken thuis wc’s die een mix zijn van een zit-toilet en een bidet. Met een extra kraantje dat water naar boven spuit voor het wassen van de uitwendige geslachtsorganen of de anus. Westerlingen zijn natuurlijk viezeriken, omdat ze na het poepen alleen maar toiletpapier gebruiken, waardoor niet altijd alles schoon wordt.

Na het wassen van je handen kun je wat velletjes glad papier krijgen aan de balie waar je betaalt – 75 kurus tot 1,5 Turkse Lira – om je handen te drogen. De bijnaam voor het toilet in Turkije is ‘nummer 100’. Een relatief modern gebruik en pas ingevoerd in de republikeinse tijd (na 1923). Zoals bij veel dingen die tijdens die politieke en culturele revolutie werden ingevoerd, was Frankrijk de inspiratiebron. Hotelkamers hebben nummers. De wc niet. Die heeft 00 ‘sans numéro’ [uitgesproken: cent numéro] dat dus in het fonetisch geschreven Turks ‘Yüz Numara’ wordt: Nummer 100.

In heel populaire plekken, zoals Starbucks, moet je vaak een code krijgen voor toegang naar het toilet, die op je bon staat nadat je wat hebt besteld. Niet echt praktisch bij hoge nood!

In veel hotels en restaurants, vooral in de stadjes van Anatolië, en op het platteland, staat in de toiletruimte een waarschuwing en verzoek om gebruikt toiletpapier niet in de wc te gooien maar in het emmertje of mandje naast de wc-pot. Men is o zo bang dat de toiletten verstopt raken. Dus, ook al vind je het vies, gooi je vieze wc-papier in de prullenbak ernaast! ‘Problem yok’ (geen probleem), zoals de Turken zeggen 🙂

https://www.odyssee-reisgidsen.nl/gids/wandelen-in-istanbul

Viewing all 229 articles
Browse latest View live